Asbestsanering, een gevaar voor de Steenuil?

 

 

 

 

In 2024 moeten alle asbesthoudende daken worden vervangen voor een alternatief. Hiervoor bestaat een subsidieregeling van 4,50 per vierkante meter tot een maximaal bedrag van €25.000,- per adres. Door deze subsidie en de verwijderingsplicht, worden op veel plekken de daken gerenoveerd. Dit gebeurt vooral bij agrarische bedrijven. Daar de stallen en opslagloodsen vaak met asbesthoudende golfplaten zijn bedekt.
(Red: De verplichting tot het saneren van asbesthoudende daken vóór 2028 is recentelijk komen te vervallen).

 

Het komt regelmatig voor dat dieren onder deze daken leven. Denk daarbij aan Steenuilen, Boerenzwaluwen en Steenmarters. Deze diersoorten zijn beschermd onder de Wet Natuurbescherming.

 

De organisatie die de subsidies voor asbestsanering verstrekt is de RVO, de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland. De subsidieregeling kent geen specifieke regels over de manier waarop je tijdens de asbestsanering rekening moet houden met beschermde diersoorten. Dat is opvallend, want de RVO is ook de organisatie die ontheffingen verleent als beschermde diersoorten in het gedrang zitten door bouwwerkzaamheden.

 

Als twee verschillende wetten eisen stellen aan iemand die iets wil ondernemen (asbest verwijderen en rekening houden met beschermde dieren), dan is dat de verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer. Het is dus niet zo dat de subsidie niet verstrekt wordt, als er onvoldoende rekening gehouden wordt met beschermde diersoorten.

 

Toch kan de initiatiefnemer maar beter wél rekening houden met beschermde diersoorten zoals de Steenuil. De wet beschermt nog steeds de uil, ook al is er subsidie verstrekt voor de dakrenovatie.

 

Als de Steenuil in het gedrang komt door zo'n dakrenovatie, kan de initiatiefnemer een ontheffing aanvragen bij de provincie. Theoretisch is dat nog niet eenvoudig om die ontheffing te krijgen. Er moet alternatieve broedgelegenheid aangeboden worden en er kunnen voorschriften gesteld worden aan de periode waarin de dakrenovatie uitgevoerd mag worden. Dat laatste kan dan weer knellen met de voorwaarde voor de subsidie, want ook die toekenning kent voorwaarden qua tijd. Zo loopt de subsidie tot 31 december 2019 en moet de aanvraag gedaan zijn binnen 6 maanden na uitvoering van de werkzaamheden.

De eisen die aan ontheffingen voor territoria van Steenuilen gesteld worden zijn vrij streng. Er bestaat echter een trend om de voorwaarden voor ontheffingen te vervangen door gedragscodes. Als je volgens een door het Ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode werkt, is er geen ontheffing nodig. Op 2 januari 2018 is door dit ministerie een gedragscode Natuurinclusief Renoveren in werking getreden. In die gedragscode staan de regels om bij het renoveren van gebouwen zonder ontheffing te kunnen werken, ook al zijn er beschermde diersoorten zoals Huismussen en vleermuizen aanwezig. De gedragscode is vooral bedoeld om rekening te houden met beschermde diersoorten onder daken, waar zonnepanelen worden aangebracht.

 

Vanuit de natuurbeschermingswereld is er kritiek op deze gedragscode, omdat deze te soepel zou zijn. Toch bestaat de kans dat er een dergelijke gedragscode ook opgesteld gaat worden voor het verwijdering van asbestdaken. Het is dan de vraag of dat positief of negatief is. Als de subsidie voor asbestverwijdering een dergelijke gedragscode wel zou hanteren als voorwaarde, is de kans dat er rekening gehouden wordt met beschermde diersoorten als de Steenuil, misschien een beetje groter.