Luguber

Het seizoen roept ons weer op, om kasten te controleren op de aanwezigheid van steenuilen en eventueel broedsel. Geweldig is het dan om, in het kader van het onderzoek, daarna het nageslacht te ringen.

Bij een kast aan de Westfriesedijk, net ten oosten van de Kolk v Dussen, zitten al jaren Steenuilen. Bij aankomst zagen wij al dat het hier niett goed zat. De invliegopening was geblokkeerd door een Steenuil. Het was nog een jong, waarvan het kopje ontbrak. Bizar …..wie of wat heeft dit op zijn geweten? 

Was het een verrassingsaanval van een Ekster….of een Specht? Het steenuiltje moet in ieder geval, bij het naar buiten kijken, onverwachts hard op de kop zijn getikt. De foto spreekt voor zich en laat weinig te raden over.

Maar bij het openmaken van de kast kwam een groter drama aan het licht. We troffen beide volwassen ouders dood aan in de kast.

Doordat het jong de opening had geblokkeerd, konden ze er niet meer uit en zijn ze de hongerdood gestorven. 

Deze oude vogels waren beide geringd, Gerrit gaat de nummers indienen bij het Vogeltrekstation, om te kijken waar en wanneer ze geringd zijn.

Helaas zijn Steenuilen niet bij machte om een geblokkeerde invlieggat weer vrij te maken. In dit geval was het een Steenuil zelf die de doorgang blokkeerde, maar kauwen kunnen in hun ijver ook takken door het invlieggat steken. Dit kan gebeuren tijdens het broedseizoen. Waardoor de Steenuil er niet meer in of erger….niet meer uit kan. De gevolgen daarvan zijn dus groot.

Tot zover dit droevig relaas.

Het is gelukkig niet altijd kommer en kwel.

Gelukkig gaat het meestal goed. Dan tref je het vrouwtje aan op eieren. Of het vrouwtje beschermd haar kroost en houdt ze warm.

In deze kast was het gezellig met broertje en of zusje. 

Deze steenuiltjes lieten zich, bij het consulatie bureau, gewillig ringen, wegen en meten. “En wat nu heren?” zal het uiltje gedacht hebben, toen deze op de weegschaal stond. 

Na terugzetting in de kast, zullen de ouders zich weer over hun kroost ontfermen en hopelijk dat ze met een leeftijd van ruim 30 dagen hun omgeving gaan verkennen. Het jagen gaan leren en uiteindelijk hun eigen pad gaan kiezen. En wie weet treffen wij ze weer elders in een kast aan.

Tekst: Eldert Groenewoud, Gerrit Groot en Douwe Greydanus.